Computable - Zo ontzettend veel besteedt Europa aan Amerikaanse cloudreuzen

Zo ontzettend veel besteedt Europa aan Amerikaanse cloudreuzen

Europa betaalt jaarlijks een torenhoge digitale rekening aan Amerikaanse techbedrijven: zo’n 264 miljard (!) euro gaat er vanuit Europese bedrijven richting de Verenigde Staten voor cloud- en softwarediensten.

Tekst: Robbert Hoeffnagel Beeld: ENVATO

Een uitgebreide economische studie van het Franse onderzoeksbureau Asterès, uitgevoerd in opdracht van de Franse it-gebruikersorganisatie Cigref, legt de financiële omvang van de Europese afhankelijkheid van Amerikaanse it-leveranciers bloot. De analyse laat ook zien hoeveel banen en economische waarde Europa misloopt doordat het geen eigen, volwaardig cloud-ecosysteem heeft.

De exacte geldstromen tussen Europese bedrijven en Amerikaanse aanbieders van clouddiensten – denk aan Amazon Web Services, Microsoft Azure en Google Cloud – zijn niet makkelijk te achterhalen. Officiële statistieken over digitale handel zijn gefragmenteerd en vaak vertekend door het fiscale en logistieke belang van landen als Ierland en Nederland.

Om deze lacune te omzeilen, voerde Asterès uitgebreide gesprekken met zes Chief Information Officers (cio’s) van grote Franse bedrijven in uiteenlopende sectoren. Op basis van die interviews en aanvullende marktdata schat Asterès dat grote Europese bedrijven gemiddeld 2,2 procent van hun omzet besteden aan cloud- en softwareservices. Van dat bedrag gaat 83 procent naar Amerikaanse leveranciers, waarvan 80 procent van de waardecreatie daadwerkelijk in de VS plaatsvindt.

Deze cijfers werden vervolgens vergeleken met de geschatte marktgroottes. Volgens Asterès bedragen de jaarlijkse cloud- en softwarebestedingen van Europese bedrijven in totaal ongeveer 400 miljard euro. 83 procent daarvan – zo’n 330 miljard euro – komt terecht bij Amerikaanse aanbieders. Omdat 80 procent van die diensten daadwerkelijk in de VS worden geproduceerd, leidt dat tot een geschatte waardeoverdracht van 264 miljard euro per jaar.

Die 264 miljard euro staat gelijk aan circa 1,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) van de Europese Unie. Ter vergelijking: het jaarlijkse budget van de Europese Unie ligt rond de 185 miljard euro. Met andere woorden: de Europese bestedingen aan Amerikaanse hyperscalers zijn anderhalf keer groter dan het gezamenlijke EU-budget.

Het gaat bovendien om structurele uitgaven, die naar verwachting blijven groeien. Volgens het onderzoek stijgen de prijzen voor clouddiensten jaarlijks met ongeveer 10 procent, mede door gebrek aan effectieve concurrentie. Bedrijven die eenmaal geïntegreerd zijn in het ecosysteem van één leverancier kunnen daar vaak niet eenvoudig van loskomen.

1,9 miljoen banen en 323 miljard dollar

De economische impact van deze geldstromen op de Amerikaanse economie is aanzienlijk. Volgens het rekenmodel van Asterès – het zogeheten Modèle d’Impact Asterès (MIA) – zorgen de Europese uitgaven aan Amerikaanse clouddiensten voor:

  • 285 miljard dollar aan directe omzet in de Amerikaanse software- en cloudsector;
  • 800.000 directe banen in deze sector;
  • 244 miljard dollar aan indirecte en geïnduceerde omzet, via toeleveranciers en consumptieve bestedingen;
  • 1,1 miljoen indirecte en geïnduceerde banen.

Alles bij elkaar goed voor 1,9 miljoen banen en een toegevoegde waarde van 323 miljard dollar, oftewel 1,1 procent van het totale Amerikaanse bbp.

‘Europese bestedingen aan Amerikaanse hyperscalers zijn anderhalf keer groter dan het gezamenlijke EU-budget'

Honderdduizenden extra Europese banen

Asterès rekende ook door wat het zou betekenen als Europa in de komende jaren een deel van deze diensten zelf zou gaan produceren. Drie scenario’s laten zien hoeveel banen en economische waarde Europa zou kunnen genereren bij een heroriëntatie:

  • 5 procent van de huidige import vervangen door Europese productie zou leiden tot 178.000 extra banen en 12 miljard euro toegevoegde waarde;
  • 10 procent Europese productie in 2030: 331.000 banen en 25 miljard euro toegevoegde waarde;
  • 15 procent Europese productie in 2035: 463.000 banen, 37 miljard euro toegevoegde waarde en 16 miljard euro extra belastinginkomsten.

Deze inschattingen gaan uit van een nominale groei van 3 procent per jaar en nemen aan dat de Europese productiviteit in de sector geleidelijk verbetert.

Productiviteitskloof en strategisch risico

Naast de directe economische gevolgen wijst het rapport ook op het structurele effect van digitalisering op de productiviteit. In de Verenigde Staten ligt de productiviteit in de digitale sector 70 procent hoger dan het gemiddelde van de economie. In Europa is dit verschil nagenoeg nul. Als de Europese digitale sector op hetzelfde productiviteitsniveau zou komen als in de VS, dan zou dat een totale productiviteitsstijging van 1,2 procent voor de hele EU-economie opleveren.

Het rapport noemt daarnaast – uiteraard – het geopolitieke risico van digitale afhankelijkheid. In een tijd van toenemende spanningen tussen machtsblokken en groeiende zorgen over data-soevereiniteit is het voor overheden en bedrijven strategisch riskant om te afhankelijk te zijn van Amerikaanse infrastructuur.

Tijd voor digitale heroriëntatie

De cijfers uit het rapport van Asterès zijn ronduit confronterend: Europa besteedt jaarlijks honderden miljarden aan buitenlandse technologiebedrijven zonder daar zelf voldoende economische waarde of strategische controle voor terug te krijgen. Alleen al een gedeeltelijke heroriëntatie op Europese productie van cloud- en softwarediensten biedt grote economische voordelen, en draagt daarnaast bij aan digitale autonomie.

Of zoals de onderzoekers het zelf formuleren: De digitale afhankelijkheid van Europa is geen abstract vraagstuk meer. Het is een concreet macro-economisch probleem met directe gevolgen voor werkgelegenheid, investeringen en geopolitieke weerbaarheid.’